Tentoonstelling Marcel Matthijs in 't Schepenhuys 

In ’t Schepenhuys te Oedelem loopt de tentoonstelling van schrijver Marcel Matthijs nog tot op het einde van de maand september. Dus nog gelegenheid genoeg om nader kennis te maken met deze toch wel belangrijke literaire man.



Ook schepen Barbara Vandebrande heeft de man nooit persoonlijk ontmoet, vermits hij juist geteld vijftig jaar geleden is overleden. “Ik ben moeten gaan grasduinen in bestaande literatuur”, aldus de schepen. “Wat me opviel is dat zijn taalgebruik nog hedendaags is. Hij werd geboren op 11 januari 1899 te Oedelem en doorheen zijn levensloop blijkt welke ijzersterke wil de man heeft gestuwd, van eenvoudige arbeider tot welstellende burger. Op 19-jarige leeftijd begon hij al te publiceren, werd oorlogsburgemeester en overleed op 30 augustus 1964. De Vlaamse toeristenbond schonk hem een grafgedenkteken en vroeg toen aan het gemeentebestuur om het in bescherming te nemen. Vijftig jaar na datum beloven wij dat zijn graf een pareltje zal worden in ons funerair erfgoed”, aldus de schepen.


Volgens schepen Vandebrande was de schrijver niet alleen Oedelemnaar, maar ook een bewuste Vlaming, een uitzonderlijk mens, door zijn sterk karakter, zijn geest en vooral zijn hart. “Hij was begaan met het lot van de kleine man met hij een groot stuk van zijn leven deelde, alsook met het Vlaamse volk. Vandaar dat zijn personages de eeuwige strijd voeren met een onrechtvaardige maatschappij, verdrukking en armoede. Door de innerlijke twijfel zocht hij toch een manier om te overleven.


Zijn werk getuigt van een nog steeds bijzonder tijdloos thema. In dat werk komen de ideologische spanningen die Vlaanderen heeft moeten leveren tot uiting. In het kader van deze expositie wil ik vooral de heemkring Bos en Beverveld bedanken voor hun inzet en medewerking, alsook de culturele dienst van Beernem. Oedelem kende twee grote schrijvers, namelijk Marcel Matthijs en Norbert Fonteyne. Misschien moeten we eens onderzoeken of een uitgave van hun werken nog relevant kan zijn, zodat ze in de geschiedenis van Groot-Beernem blijven herinnerd worden”, aldus de schepen.

Erfgoed in de omgeving van scholen

                 19 januari 2016

Beschikken de deelgemeenten van Groot-Beernem over schatten in de schoolbuurt? Om op deze vraag te kunnen antwoorden, werd een proefproject opgestart met procesbegeleiding. Vlamingen vinden de aandacht voor en het behoud van erfgoed belangrijk, maar leerkrachten en directies van basisscholen geven aan dat ze uit de eigen schoolomgeving te weinig als onderwijsmiddel gebruiken.


Jan Van den Bossche, van erfgoed educatie en Chris Ferket van Mooss, zijn de promotors, die ervoor zorgen dat alles in goede banen wordt geleid. Na een eerste contact werd aan de scholen gevraagd rond welk erfgoed men wil werken, welke werkvormen men daarvoor wil gebruiken, welke leergebieden men erbij wil betrekken, heeft men externe inbreng nodig en hoe kunnen de vaardigheden van ‘Cultuur in de spiegel’ het project versterken.


Op dinsdag 19 januari was er een eerste opvolgsessie en hieruit blijkt dat Groot-Beernem over heel wat troeven beschikt om het erfgoed te blijven koesteren. Naast de scholen waren ook erfgoeddeskundigen uitgenodigde, zoals leden van de Cultuur Historische Kring Sint-Joris en Bos & Beverveld.

Erfgoed deskundigen


Met al die gegevens kunnen thans de erfgoeddeskundigen de ideeën aanvullen met hun kennis van het erfgoed in de verschillende wijken van Beernem en aftasten welke rol zij in de projecten kunnen spelen. Ook de erfgoedwerkers kunnen hun eventueel nieuwe ideeën voor erfgoedactiviteiten voorstellen. Een volgende sessie is gepland voor 22 maart 2016.

Streekproducten


Christine Tant van De Zonnebloem stak van wal. “Indien we school overschrijdend werken, dachten we eraan het project over twee weken te verspreiden en dit over twee deelgemeenten. Werken we met onze school alleen, dan zouden we werkgroepen installeren, wandelingen organiseren om culturele zaken te gaan bekijken, streekproducten en –gerechten erbij betrekken, oude spelletjes, sporten, liedjes en verhalen”. Bij Ter Bunen zou men eerder de virtuele toer op gaan, terwijl de Drie Beertjes en De Regenboog zouden samenwerken rond het station en het kasteel Bloemendale. Vanuit het idee vroeger & nu wil men de straatbeelden rondom de scholen bespreken, de invloeden van een kasteelheer in het verleden onderzoeken en vooral de interferentie tussen kasteel en station bekijken.


Lattenkliever


Nele De Jaegher van de basisschool Sint-Joris heeft de hulp ingeroepen van de Cultuur Historische Kring. “Zo zullen we oude trouwfoto’s bekijken, medailles onderzoeken en commentaar leveren. Verder hebben we nog het standbeeldje van de lattenkliever. We kunnen het materiaal bekijken, dat toen gebruikt werd om latten te klieven en eventueel een demonstratie bijwonen. Ook de invloeden van het kanaal op de gemeente kan bestudeerd worden. Even iets vertellen over de vrijheidsboom om dan het beeldje van Sint-Joris in de kerk te bekijken en te bestuderen. Vervolgens is er nog de baileybrug, het kasteel met ijskelder, vleermuizen en duivenbond”.


Archivering artikelen en foto's uit Brugsch Handelsblad

Expo Wielercultuur groeit uit tot groot succes (maart 2017)

100 jaar geschiedenis van de Beernemse Wielersporters: een curieuze tentoonstelling van foto’s en historisch materiaal in het Schepenhuys in Oedelem van 3 maart tot 26 maart 2017. Van Gustje Schelstraete in de jaren 1910 in Oedelem over Roger Lambrecht in de jaren 1940 in Sint-Joris en Veronique Coene in de jaren 1990 uit Beernem tot het jonge mannetje Bengt Van Parys in 2016.

120 renners werkten enthousiast mee aan dit merkwaardig evenement naar aanleiding van de start van de voorjaarsklassiekers. Het is een verhaal van jonge mensen die, via de wielersport in de magere jaren van het begin van de 20ste eeuw, hun bestaan trachtten te realiseren. Het gaat over de opkomst van het vrouwenwielrennen en de vaststelling dat de jeugd nog steeds op het appel is en zich spiegelt aan de hedendaagse favorieten. Het wielrennen komend vanuit de 19de eeuw maakt moeiteloos de brug naar de 21ste eeuw.

 

Een werkelijk unieke tentoonstelling met sfeerbeelden van weleer en schitterende foto’s van de hedendaagse wielersport in zijn vele aspecten: de weg, het veld, de piste, de wielerorganisaties en zelfs het stayeren. Onze dank gaat uit naar de vele jonge wielrenners van nu die het aandurfden de confrontatie aan te gaan met vroegere tenoren uit Sint-Joris, Oedelem en Beernem. Veel te veel om op de sommen maar ze zijn alvast massaal beeldig vertegenwoordigd. Meer nog, ze tonen naast foto’s ook  vintage materiaal, fietsen en getuigenissen. Een gratis tentoonstelling die dagelijks in de namiddag open is van 14 uur tot 17 uur.

OPENING

– In ’t Schepenhuys loopt een tentoonstelling over het Beernems wielerleven, een initiatief van de gemeente Beernem in samenwerking met heemkundige kring Bos en Beverveld. Een werkgroep werkte ruim een jaar aan de organisatie van deze expo. Heel wat ex-renners daagden tijdens de opening op en waren aangenaam verrast door de honderden foto’s en materiaal.


In zijn toespraak stelde cultuurschepen Gijs Degrande dat Vlaanderen een land is op twee wielen. “Vlaanderen ademt koers. Vlaanderen is koers”, aldus Gijs Degrande, die al van jongs af door zijn ouders en grootouders met het wielerleven werd geconfronteerd. “Een jaar lang hebben we hieraan gewerkt. Gestart met een handvol Beernemse renners, ploegen en wedstrijden, kwamen we al vrij vlug tot een driedelige lijst van anekdotes en een veelvoud van gegevens. Vandaag openen we deze expo met wetenswaardigheden over maar liefst tachtig renners. Jong, oud, nog actief of uit lang vervlogen tijden. Helden van het veld en van de weg. Kampioenen en liefhebbers, allen hadden hun wortels in Beernem. In het kader van deze tentoonstelling kom Rik Vanwalleghem, gewezen sportjournalist en voormalig directeur van het Centrum De Ronde van Vlaanderen een lezing houden op dinsdag 14 maart”, besluit Gijs Degrande, die van de gelegenheid gebruik maakte om alle medewerkers te bedanken.


Schepen van Sport, Jos Sypré werd bijna een jaar geleden aangesproken door Carlos Croene om een expo rond wielercultuur te organiseren. “Naar aanleiding van deze expo kan ik de start van het Beernems wielerseizoen aankondigen”, aldus de schepen. “Op zondag 26 maart organiseert het gemeentebestuur als afsluiter van deze wielertentoonstelling een recreatieve rit voor wielertoeristen met start en aankomst op de Markt te Oedelem. Niet alleen de Beernemse wielerverenigingen, maar iedereen die gebeten is door de wielermicrobe kan deelnemen aan een rit van 45 of 75 kilometer. Gestart kan worden vanaf 8u30”, aldus Jos Sypré, die een medaille overhandigde aan ex-renner Lucien D’Hooghe, wiens aankomst bij een wielerwedstrijd op de flyer vereeuwigd staat. “Hij won in 1954 de zaterdagkermis-rit in Sint-Joris. Ook zette hij de Ster van West-Vlaanderen op zijn palmares en op latere leeftijd werd hij nog Belgisch kampioen bij de veteranen”, geeft Jos Sypré nog mee.


Expo van cafécultuur in 't Schepenhuys van 2 mar tot 25 apr

Donderdagavond werd de tentoonstelling ‘Cafécultuur in Beernem’ geopend in het Schepenhuys. De opvolger van de succesvolle expo 'Wielercultuur in Beernem' brengt opnieuw een uniek stukje Beernemse geschiedenis in beeld. Schepen van cultuur Gijs Degrande (N-VA) : ‘Deze prachtige expo brengt het verhaal van zo’n 400 cafés uit Beernem, Oedelem en Sint-Joris. Cafécultuur behoort ontegensprekelijk tot ons DNA. Speciaal voor de expo werd de verdwenen Export Vandamme opnieuw gebrouwen door de Vliegend Paard Brouwers. Cafébazin Zanneke schonk de eerste export in achter de toog van het gelegenheidscafé in de exporuimte.’


VERKOOP VAN 50ste JAARBOEK IN OC DE KLEINE BEER

‘Met deze expo willen we ons cultureel erfgoed onder de aandacht brengen. En dan is het zichtbare resultaat, de tentoonstelling, slechts één aspect.  Het in kaart brengen en het bij elkaar brengen is misschien wel het belangrijkste. Door middel van deze tentoonstelling vrijwaren we een stukje erfgoed dat misschien verloren dreigt te gaan en bewaren we het voor de toekomst.’


 


Geen café zonder bier.


 


Een expo over cafécultuur vraagt natuurlijk om een biertje mét een plaatselijke geschiedenis. ‘We vonden in Andy Dewilde van de Vliegend Paard Brouwers de geschikte partner. Voor deze gelegenheid brouwde hij een lekkere export, gebaseerd op de verdwenen export van de Oedelemse brouwer Vandamme.  De raadzaal van het Schepenhuys wordt tijdens deze expo ook café.’ Zanneke, sinds 52 jaar achter de toog van café Stop, werd tijdens de opening in de bloemetjes gezet en mocht de eerste Export schenken in het gelegenheidscafé.